Werkgroep landschapsbeheer knot wilgen

Maar liefst 39 wilgen staan er langs het slootje dat op de Reest afwatert. Ze zijn nodig aan een knipbeurt toe. De laatste keer dat dit gebeurde was februari 2013. De locatie is Het Krok, een gebiedje van Landschap Overijssel met natte aan de Reest grenzende hooilanden ten noorden van Dedemsvaart. Nu, drie jaar later, moeten de wilgen er weer aan geloven. Rond de klok van 09.15 u. arriveert de 15 koppige werkgroep vanuit verzamelpunt De Wheem. Na de koffie en krentenwegge moet er maar eens gewerkt worden. De aanhanger van Landschap Overijssel zit weer vol met het nodige greedschap. Takkenscharen, ladders, beugelzagen, gebogen snoeizagen, werkhandschoenen, veiligheidsbrillen, alles is er. Het is koud. Wel een weertje dat past bij deze activiteit. Wilgen knotten doe je namelijk altijd in de winter. Het is een paar graden onder nul. De wind komt uit het oosten en is hier op de vlakte harder dan verwacht. Kouder ook. Misschien is  dat de reden dat er zo hard wordt gewerkt. Aan het eind van de morgen zijn 28 wilgen van hun kapsel verlost.

Waarom knotten ?

Vroeger werden wilgen geknot omdat men het hout (de twijgen) goed kon gebruiken als brandhout, geriefhout en rijshout. Tegenwoordig eindigen de takken vaak in een houtril/takkenhoop, open haard of worden ze op een andere manier verwerkt. Zo gaan de mooiste wilgentenen naar ooievaarsbuitenstation De Lokkerij. Wilgenhout is erg geschikt voor het maken van klompen. Oude geknotte wilgen zijn natuurgebiedjes op zich. Het grillige hout en de holtes die in oude wilgen ontstaan bieden floraknotbomenboek-874x1024 en fauna allerlei kansen. De ambassadeur van de ecologie van de knotwilg is natuurlijk de steenuil. Dit alles kun je lezen in het uitgebrachte boek “Het Knotbomenboek” van uitgeverij de KNNV. Als je eenmaal begonnen bent met het knotten van een boom, moet je er wel mee doorgaan. Knotwilgen hebben zacht hout, als je ze niet meer knot gaan ze inscheuren en uiteindelijk rotten ze helemaal weg.