Roofvogelonderzoek in een oerbos: geen werk voor mensen met hoogetevrees

De zaal was met bijna 60 bezoekers goed gevuld op dinsdagavond 19 maart 2019. We hadden het ook wel een beetje verwacht, want het onderwerp was veelbelovend. Roofvogels ( altijd fascinerend) en dan ook nog in een van de oudste bossen van Oost-Europa : het woud van Bialowieza. Willem van Maanen, werkend voor Sovon, is een boeiend verteller. Twee jaar deed hij onderzoek in de bossen van  Bialowieza en vroeg zich af: ‘ Met dit soort bossen moet Europa ooit vrijwel geheel bedekt zijn geweest en veel vogelsoorten in Bialowieza leven dus in een omgeving waarin ze zijn geëvolueerd en duizenden jaren hebben geleefd. Van de andere kant leven veel vogels in Nederland in een landschap dat behoorlijk nieuw voor ze is en dat bovendien voortdurend en in snel tempo verandert. Sinds 1978 onderzoek ik roofvogels in Nederland en in 2002 had ik de kans om een jaar vrij rond te lopen in het anders niet toegankelijke Oerbos en daar de roofvogels te onderzoeken, om er achter te komen of er verschillen bestaan tussen hun leven daar en hun leven hier. 

Verrassend 

De lezing begint opvallend. Niks geen oerbos. Oude kaarten van onze omgeving. Vanaf eind 19e euw tot nu zien we op kaarten hoe de omgeving van Dedemsvaart en Balkbrug in een snel tempo verandert. Nog veel verder terug in de tijd: Drenthe en Overijssel bestaan uit boslandschappen met enorme oerbossen. De bossen van nu zijn allemaal aangelegd. In deze nieuwe bossen leven roofvogels. In een landschap dat nog heel jong is en ook voortdurend verandert. De vraag die bij Willem opkwam was ‘ Als je roofvogels wilt bestuderen in een landschap waar ze al eeuwen voorkomen moet je niet in Nederland zijn, maar in een omgeving die niet is veranderd. Dus naar Polen.  Een land met een fauna, die heel wat spectavulairder is dan de onze. Wat wel weer aardig is, dat er dieren leven die hier binnen beginnen te druppelen: kraanvogel, bever en wolf zijn er voorbeelden van.

foto Willem van Maanen

Boskap

Het oerbos van Bialowieza is zo’n 5000 ha groot.  De bomen bereiken er enorme hoogtes,  al honderden jaren is het een productiebos waar hout gekapt wordt.  De afgelopen twee jaar is er veel ophef over het kapbeleid van de Poolse overheid. Volgens Willem vindt de houtkap vooral plaats in de randen van het oerbos. In de kern van het gebied wordt niet meer hout geoogst dan anders.  Willem : ‘ Regimes zijn goede voorwaarden om natuurgebieden in stand te houden. In een samenleving als de onze is natuur van iedereen en dat werkt vaak averechts.’  Aardige opmerking om eens over na te denken!

Bosanemoon 

In de herfst trekken veel vogels weg. Klapeksters, pestvogels en notenkrakers zoeken andere voedselgebieden op. De winter kan streng zijn en voedsel is moeilijk te vinden.  In het voorjaar hangt de zoete geur van de massaal bloeiende bosanemoon in  de lucht. Ook daslook bloeit uitbundig.  Grote groepen vogels komen terug. Klapeksters ( bij ons een wintergast) broeden in hoge bomen met maretakken. Een ontmoeting met een hop is niets bijzonders.

Onderzoek

Om onderzoek te doen zoekt Willem contact met plaatselijke biologen. Nestkastonderzoek kennen ze niet, jonge vogels worden uit natuurlijk holtes gehaald.  Om roofvogels te bestuderen moet je natuurlijk kijken naar het gedrag, maar nog belangrijker is het broedresultaat.  Nu hebben de meeste roofvogels de gewoonte om hun nesten in hoge bomen te bouwen. Voor Willem betekent dit veel klimwerk.  Gedegen onderzoek doe je als je nesten meerdere malen bezoekt.  “Ik vind boomklimmen erg leuk om te doen, dus vaak omhoog de boom in is voor mij geen probleem. Het is ook veilig, want je gaat met verantwoord klimmateriaal, zodat je goed gezekerd bent.’  Willem klimt naar nesten op hoogtes van meer dan 30 meer. Dat is de hoogte van een flat van 12 verdiepingen ! We zien ook foto’s genomen vanuit de kruin van een boom wachtend op de komst van een wespendief. Het levert mooie opnames van eieren en jongen op. Nesten van o.a. wespendief, sperwer, havik, schreeuwarend en boomvalk worden gemonitord en in kaart gebracht.

Ook hier veranderend landschap 

In het oude landschap was de rol van de boeren belangrijk, zeker voor de roofvogels. Als voorbeeld wordt de schreeuwarend genoemd. Een typische luchtjager die op grote hoogte met de kop naar beneden de grond afspeurt naar prooi. Dan weer stilhangend in de lucht om vervolgens steeds lager te vliegen. Voor deze roofvogels zijn graslandjes die regelmatig gemaaid worden belangrijk. Daar leven kleine zoogdieren, als muizen, hamsters en bodemvogels. Maar dit half open en licht beboste landschap komt er anders uit te zien. De boeren trekken weg en de graslanden verruigen en groeien dicht.‘ De schreeuwarend is de grutto van de Bialowieza, ook zo’n vogel die zijn leefgebied achteruit ziet gaan. ‘