Vogel van de maand juli 2020 : de Torenvalk

De Torenvalk is een kleine roofvogel en valt onder de familie van de valken. De Torenvalk meet van kop tot staart 31 tot 37 cm en de spanwijdte ligt tussen de 68 en 78 cm. Het vrouwtje is doorgaans groter dan de man. De vogel jaagt voornamelijk op muizen, dit doet hij vanaf een vaste uitkijk maar meestal vanuit de lucht. Al biddend met snelle vleugelslagen houden de vogels zich op dezelfde plaats in de lucht. De kop wordt stil gehouden zodat hij de grond onder hem goed kan afspeuren. Ziet de valk een muis dan laat hij zich trapsgewijs vallen en de laatste meters stort de valk zich op z’n prooi. Niet alle keren is het raak en dan begint het hele ritueel weer opnieuw.

De zwarte streep onder het oog is kenmerkend

Herkenning:

De Torenvalk is een middelgrote valk en heeft lange vleugels en staart. De rug en bovenvleugels zijn roodbruin met zwarte vlekken, de ondervleugels zijn licht van kleur en gebandeerd. Het vrouwtje is valer van kleur en heeft meer vlekken. De vleugelpunten zijn donker. De borst en buik zijn bij beide geslachten licht beigebruin met donkere vlekken. De staart is grijs met een zwarte eindband, het vrouwtje heeft een grijsbruin gestreepte staart met ook een zwarte eindband. De man heeft een grijze kop het vrouwtje een bruine . Beiden hebben het karakteristieke valken masker. Dit is vanuit het oog naar achteren een zwarte streep en naar beneden een zwarte streep. Het oog is zwart met een gele ring, de poten zijn ook geel. Jonge vogels lijken op het \vrouwtje maar zijn minder intens van kleur.

Leefgebied :

Open en halfopen land met veel woelmuizen. Broedt in nestkasten, solitaire bomen en aan de rand van bos en bosjes. Zelden ook op de grond.
Boerenland met veel (kort) grasland, heide, hoogvenen, open duin en duinvalleien, akkers, soms ook in de stad.

Gedrag:

In Het voorjaar kun je Torenvalken om elkaar en achter elkaar heen zien vliegen, de mannetjes maken de vrouwtjes het hof en zoeken een geschikte nestplaats. Het mannetje moet bewijzen aan z’n vrouwtje dat hij goed en veel muizen van vangen. Dit is doorslaggevend om een broedsel te beginnen. Er wordt een oud kraaien nest gezocht of een geschikte nestkast. Er wordt niets aan het interieur gedaan, ze gaan er zo in.  Het vrouwtje legt meestal 4-6 eieren. Broedtijd is nogal variabel en valt in de maande april-juli. De broedduur bedraagt 27-31 dagen, begint na de leg van laatste of het voorlaatste ei. Vrouwtje broedt vrijwel alleen; heel af en toe komt het mannetje op de eieren zitten. De jongen zijn na 27-35 dagen vliegvlug, worden vaak nog wekenlang gevoerd.

Vliegbeeld biddende Torenvalk

Voedsel:

Torenvalken zijn gespecialiseerd op kleine zoogdieren, vooral woelmuizen zoals veldmuis en aardmuis. Ze jagen ook wel op zangvogels van open land, kuikens van weidevogels, grote insecten (kevers, sprinkhanen e.d.), dit vooral als er geen muizen zijn. De Torenvalken hebben verschillende jaag technieken: in lage rustige vlucht, tijdens bidden en vanaf een zitpost. Met een stootvlucht pakt de Torenvalk de prooi van de grond.

Verandering:

Het gaat niet goed met de Torenvalk. In Nederland zijn er nog zo’n 3000 tot 6000 broedparen. Dit is 75% van de oorspronkelijke bezetting en het aantal neemt nog gestaag af. Op de zandgronden is de afname nog groter. Er zijn verschillende oorzaken. Ten eerste de industrialisering van de landbouw waardoor er geen plaats meer is voor veldmuizen. De predatie druk is groter vanwege het toenemen van de Steenmarter en Havik. Ook de verstoring door de Nijlganzen speelt hier in een rol. Regionaal zijn er minder Zwarte Kraaien en Eksters zodat er minder natuurlijke broedgelegenheden zijn. In natuurgebieden is de vegetatie vaak hoog en zijn de muizen slecht te vinden en te pakken. De Torenvalken die voorheen in de steden broeden, kunnen daar nog wel terecht, maar de afstand van de broedplaats tot de foerageerplaats is te groot geworden door stadsuitbreiding. In de winter komen er ook steeds minder Torenvalken naar Nederland, in de landen om ons heel ondervinden de vogels dezelfde problemen en gaat het ook niet goed met ze. De Torenvalk is inmiddels op de Rode lijst komen te staan, voor heen was het de meest voorkomende roofvogel van Nederland.

Geluid:

De meest gehoorde roep is een korte snelle reeks van scherpe tonen, kie-kie-kie-kei-kie. De bedelroep van het vrouwtje en de jongen is een enkele maal herhaald, klaaglijk, vibrerend kierrrrll

Jonge Torenvalken in de nestkast

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Waar te zien:

Rondom Balkbrug en Dedemsvaart kunnen we Torenvalken zien. Let vooral op in de omgeving van kruidenrijke akkerranden, bloemrijke wegbermen en slootraden met ruige vegetatie.

 Latijnse naam: Falco tinnunculus

Engelse naam: Common Kestrel

Duitse naam: Turmfalke

Bron: Eigenwaarnemingen, ANWB Vogelgids van Europa, Vogel Atlas van Nederland.

tekst Judith Schmidt

Foto’s Teo Schmidt